1. Inleiding

Op 1 april 2022 is er een Kamerbrief gepubliceerd met een langetermijnvisie op de coronasteun (NOW, TVL en Tozo). Deze visie stoelt op het uitgangspunt dat de samenleving zonder lockdowns openblijft. Omdat generieke steunmaatregelen op de lange termijn onhoudbaar zijn, zullen deze worden afgebouwd. In de Kamerbrief wordt beschreven op welke manier ondernemers hun schuldenproblematiek kunnen aanpakken. Daarnaast worden er drie nieuwe instrumenten (pilots) aangedragen om ondernemers met coronaschulden beter te ondersteunen.

2. Nadelen generieke overheidssteun

In de Kamerbrief wordt toegelicht dat generieke overheidssteun in de toekomst geen passende oplossing is. Ten eerste wordt daarbij in aanmerking genomen dat lange perioden van overheidssteun economische dynamiek in de weg staan, waardoor de economie minder toekomstbestendig is. Daarbij wordt verwezen naar de uitzonderlijk lage faillissementscijfers. Ten tweede wordt vastgesteld dat overheidssteun niet altijd op de goede plek terecht komt. Ten derde zijn de uitgaven voor het steunpakket uit publieke middelen (? 42,4 miljard voor de jaren 2020-2022) op de langere termijn niet houdbaar. Dit komt neer op meer dan ? 5.000 per huishouden.

3. Beleid voor de toekomst

Van bedrijven wordt in de toekomst verwacht dat zij zich aan de meeste coronabeperkende maatregelen kunnen aanpassen zonder financiële steun. Als coronasteun in uitzonderlijke omstandigheden toch geboden is, dan zal er gerichte en sectorale steun worden overwogen. Omdat het kabinet meer voorspelbaarheid wil creëren in het overheidsbeleid gaat men bij de langetermijnaanpak van corona uit van een viertal epidemiologische scenario's. Kort gezegd zal er alleen nog overheidssteun worden verleend in een worst-case scenario, waarbij volledige en langdurige sluiting noodzakelijk is.

4. Schuldenproblematiek

In de Kamerbrief wordt onderkend dat de afgelopen twee jaar veel van ondernemers heeft gevraagd. Een groot deel van de ondernemers heeft moeten interen op reserves. Daarnaast zijn veel ondernemers nieuwe (persoonlijke) schulden aangegaan. Deze ondernemers zullen de komende periode een knoop moeten doorhakken en moeten beslissen of zij door willen gaan met hun onderneming of willen stoppen. Uit onderzoek van de DNB volgt dat een substantieel aantal bedrijven in de zwaarst getroffen sectoren kampt met liquiditeits- en solvabiliteitsproblemen. Om deze reden wordt er dit jaar een toename in het aantal faillissementen en bedrijfsbeëindigingen verwacht. De gevolgen van zorgwekkende schulden zullen naar verwachting vanaf oktober 2022 zichtbaar worden, wanneer voor ondernemers de verplichting van het terugbetalen van belastingschulden start.

5. Beschikbare ondersteuning ondernemers

De Kamer van Koophandel werkt aan een verbetering van de informatievoorziening voor ondernemers. Onderdeel hiervan is de ontwikkeling van een stappenplan voor ondernemers met schulden. Deze tool zal naar verwachting aan het begin van het tweede kwartaal van 2022 gereed zijn. Daarmee kunnen ondernemers beoordelen hoe hun onderneming er financieel voorstaat en worden ondernemers gewezen op professionele hulp die past bij hun individuele schuldensituatie.

Verder wordt benadrukt dat de overheid zich als schuldeiser coulant zal opstellen. De aflossing van opgebouwde belastingschulden start vanaf 1 oktober 2022. Daarbij wordt een ruime terugbetalingstermijn gehanteerd van vijf jaar. De tijdelijk verlaagde invorderingsrente van 0,01% gaat in fases terug naar het oorspronkelijke niveau van 4%. Per 1 april 2022 hervat de belastingdienst de invordering van de nieuwe belastingschulden voor ondernemers die uitstel van betaling in verband met de coronapandemie hebben genoten. Deze ondernemers zullen schriftelijk worden geïnformeerd over de risico's van betaalverzuim, zodat handelingsperspectief wordt geboden.

Persoonlijke schulden

Ondernemers met een eenmanszaak, een vennootschap onder firma of andere persoonlijke schulden kunnen zich wenden tot de gemeente voor schuldhulpverlening. De gemeente kijkt samen met de ondernemer welke vorm van schuldhulpverlening nodig is. Denk bijvoorbeeld aan een saneringskrediet, het realiseren van een crediteurenakkoord of budgetcoaching.

Met deze schuldhulpverleners van de gemeente kan bovendien worden besproken of het mogelijk is om te worden toegelaten tot een Wsnp-traject met een looptijd van 36 maanden. Bij het succesvol afronden van een dergelijk traject kan een schone lei worden verkregen. Dit houdt in dat schuldeisers hun vorderingen in principe niet langer op de ondernemer kunnen verhalen.

Schulden bij ondernemingen

Een bv of een nv heeft andere instrumenten om schulden te saneren. Ondernemers die een faillissement willen voorkomen hebben sinds 1 januari 2021 de mogelijkheid om hun crediteuren een WHOA-akkoord aan te bieden. Dit is een dwangakkoord dat het mogelijk maakt om schuldeisers die niet met het akkoord hebben ingestemd, toch aan het akkoord te binden. Daartoe is vereist dat de rechtbank het aangeboden akkoord homologeert. In het kader van de WHOA is verder het TOA-krediet geïntroduceerd. Een dergelijk krediet biedt ondernemers die gebruik maken van de WHOA de mogelijkheid om een doorstart te maken met hun onderneming.

Andere bestaande instrumenten die door ondernemers kunnen worden gebruikt zijn:
  • het aanvragen van ruimere betalingstermijnen voor het terugbetalen van NOW- en TVL-steun;
  • bedrijfsbeëindiging van de onderneming (bijvoorbeeld door turboliquidatie);
  • het aanbieden van een regulier (buitengerechtelijk) crediteurenakkoord;
  • surseance van betaling; of
  • het aanvragen van faillissement.

6. Drie pilots met aanvullende maatregelen

Verder start het kabinet met het verkennen van drie pilots om ondernemers beter te ondersteunen. Ten eerste onderzoekt het een uitbreiding van een al gestarte pilot, waarbij het mogelijk moet worden gemaakt om ondernemers met problematische coronaschulden toe te laten tot de Wsnp. Ten tweede wordt nagegaan of het mogelijk is om ondernemers rechtstreeks contact op te laten nemen met een Wnsp-bewindvoerder, zodat in een vroeg stadium gezamenlijk kan worden onderzocht welk instrument het meest passend is. De gedachte is dat ondernemers ontlast worden doordat zij eerder en beter geholpen kunnen worden door een expert. Ten derde wordt verkend of een verbreding van het waarborgfonds saneringskredieten tot de mogelijkheden behoort. Met een dergelijk krediet lost een (gemeentelijke) kredietbank de schulden van de ondernemer bij de verschillende schuldeisers in een keer af, waardoor de ondernemer nog maar één schuldeiser heeft. Deze lening moet vervolgens binnen een periode van drie jaar geheel worden afgelost.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.