Eerder berichtten wij al over de huidige stikstofproblematiek, die de industrie in Nederland op slot zet. In de afgelopen maand hebben zich twee nieuwe ontwikkelingen voorgedaan. Ten eerste lijkt de uitspraak van het Hof van Justitie over de wegverbreding van de A2 ('Briels e.a./Ministerie van I&M') het einde te betekenen van de mogelijkheid tot natuurinclusief ontwikkelen. Ten tweede is het wetsvoorstel 'Programmatische Aanpak Stikstof' (PAS) aangenomen door de Tweede Kamer. Na de zomer zal de ontwerp-PAS en het onderliggende onderzoek ter visie worden gelegd voor inspraak. Dan is het aan betrokken overheden en het bedrijfsleven om te beoordelen of de PAS daadwerkelijk een stap vooruit betekent en ontwikkelingen weer mogelijk maakt.

In de 'In Context' van april 2014 bespraken wij uitgebreid de conclusie van AG Sharpston over de toelaatbaarheid van de oplossing voor de stikstofproblematiek, die is gekozen in het wegverbredingsproject A2 Den Bosch-Eindhoven.

Volgens milieurapporten kunnen bij de wegverbreding van de A2 schadelijke effecten op blauwgraslanden door de toename van stikstofdepositie niet worden uitgesloten. Elders binnen hetzelfde natuurgebied worden – mede om deze reden – nieuwe arealen blauwgraslanden tot ontwikkeling gebracht. AG Sharpston is van mening dat deze nieuw te ontwikkelen blauwgraslanden geen rol mogen spelen bij beantwoording van de vraag of dit project de natuurlijke kenmerken het betrokken gebied niet aantast (artikel 6 lid 3 habitatrichtlijn). Wel kan een dergelijke maatregel worden aangemerkt als een compenserende maatregel in de zin van artikel 6 lid 4 habitatrichtlijn. Zie voor een uitleg van deze bepalingen uit de habitatrichtlijn de In Context april 2014.

Het Hof van Justitie heeft de conclusie van AG Sharpston gevolgd. Het Hof oordeelt dat de betreffende maatregelen "er niet toe strekken om de significante negatieve gevolgen die voor dit habitattype rechtstreeks uit het tracéproject Rijksweg A2 voortvloeien, te voorkomen of te verminderen, maar beogen deze gevolgen nadien te compenseren. In die omstandigheden kunnen die maatregelen niet garanderen dat het project de natuurlijke kenmerken van een gebied niet zal aantasten in de zin van artikel 6, lid 3, van de habitatrichtlijn".

Deze uitspraak lijkt het einde te betekenen van de mogelijkheden om natuurinclusief te ontwikkelen. Dit terwijl in de praktijk juist de hoop was gevestigd op het natuurinclusief ontwikkelen om meer projecten doorgang te kunnen laten vinden.

Ook rijst de vraag welke invloed dit arrest heeft op de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), het programma dat wordt voorbereid op basis van het wetsvoorstel PAS. Het wetsvoorstel is op 24 april 2014 – met de nodige moties en amendementen – aangenomen door de Tweede Kamer. De staatssecretaris heeft daarbij aan de Tweede Kamer toegezegd dat het wetsvoorstel niet in werking treedt voordat het PAS-programma zelf en de bijbehorende concept-uitvoeringsregelingen aan de Tweede Kamer zijn voorgelegd. De bedoeling van de PAS is dat deze een oplossing biedt voor de besproken stikstofproblematiek onder meer door het treffen van bronmaatregelen én natuurmaatregelen om ontwikkelingsruimte voor bedrijven te creëren. Zie de In Context oktober 2013  voor een bespreking van de inhoud van het wetsvoorstel. De Staatssecretaris heeft eerder al laten weten dat de huidige gebiedsanalyses die de basis vormen voor de PAS, tegen het licht gehouden moeten worden als het Hof de conclusie van AG Sharpston volgt. Zij wil daarbij bezien in hoeverre in de gebiedsanalyses is voorzien in een verrekening van effecten op gebiedsniveau, gerelateerd aan de uitgifte van ontwikkelingsruimte. Waar dat het geval is, wil zij nagaan of de kaders zijn toegepast die volgens de AG (en nu dus ook het Hof) gelden. Mogelijk is dit volgens haar in een aantal gebieden aan de orde.

De PAS biedt alleen een oplossing voor bedrijven als het een robuust programma is, dat voldoet aan de Europese eisen zoals uitgelegd door het Hof. Het bedrijfsleven heeft niets aan een PAS die schijnzekerheid en schijnoplossingen biedt voor het tekort aan ontwikkelingsruimte, en evenmin voor op de PAS gebaseerde vergunningen die niet houdbaar blijken. Het is dan ook goed dat de staatssecretaris de tijd neemt nog eens heel kritisch te bezien of de PAS voldoende robuust is.

Na de zomer zal de ontwerp-PAS en het onderliggende onderzoek ter visie worden gelegd voor inspraak. Dan is het aan betrokken overheden en het bedrijfsleven om te beoordelen of de PAS daadwerkelijk een stap vooruit betekent en ontwikkelingen weer mogelijk maakt.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.