Een van de valkuilen van de juridische wereld zijn termijnen. Een van de hoofdtaken van een advocaat is dan ook het bewaken van cruciale termijnen. Gezien de praktische relevantie van het onderwerp en het feit dat de Raad van Discipline in het ressort Den Haag (de Raad) in dit kader onlangs een interessante uitspraak heeft gedaan, zal hieronder ter attentie en ter opfrissing het leerstuk 'termijnbewaking' worden besproken.

De gevolgen van het onbenut laten verstrijken van een termijn kunnen voor een cliënt fataal zijn. Denk bijvoorbeeld aan het bestuursrecht waarbij het te laat indienen van een bezwaar- of (hoger)beroepschrift tot gevolg heeft dat de cliënt niet-ontvankelijk wordt verklaard of aan het laten verstrijken van een verjaringstermijn waardoor de cliënt zijn vordering in rechte niet meer kan afdwingen en daardoor bijvoorbeeld (veel) geld misloopt. In de jurisprudentie is daarom al meerdere malen geoordeeld dat het door een advocaat laten verstrijken van een termijn kwalificeert als een beroepsfout (zie bijvoorbeeld ECLI:NL:HR:2010:BM1688 of ECLI:NL:RBROT:2015:5672).

Ook is in de jurisprudentie geoordeeld dat een (proces)advocaat zijn cliënt niet onnodig dient bloot te stellen aan voorzienbare en vermijdbare risico's (zie ECLI:NL:HR:2015:1406). Aangezien elke vordering een verjaringstermijn kent en elk processtuk voor een bepaalde datum moet worden ingediend, kan gesteld worden dat het onbenut laten verstrijken van een dergelijke termijn tot gevolg heeft dat de advocaat zijn cliënt onnodig heeft blootgesteld aan een voorzienbaar en vermijdbaar risico. Elke vordering (die niet wordt gestuit) verjaart immers en het risico ervan – het niet te gelden kunnen maken van de vordering – is door een simpele stuiting gemakkelijk te vermijden.

Op 13 januari 2020 heeft de Raad zich over een dergelijke casus gebogen (zie ECLI:NL:TADRSGR:2020:22). De feiten waren als volgt. De cliënte had ten behoeve van de exploitatie van een recreatieplas met bijbehorende horecavoorziening een vergunning aangevraagd bij de desbetreffende gemeente en (pas) anderhalf jaar later werd deze vergunning verleend. De cliënte kon op dat moment echter haar plannen niet meer uitvoeren aangezien de bank – in tegenstelling tot anderhalf jaar ervoor – niet meer bereid was tot financiering. De advocaat van de cliënte had daarom in 2009 de gemeente aansprakelijk gesteld voor de schade die de cliënte leed als gevolg van de trage besluitvorming. Vervolgens werd door de gemeente de aansprakelijkheid afgewezen en heeft de cliënte haar bedrijf verkocht aan een derde. Deze koper gaf aan de claim tegen de gemeente niet door te willen zetten en daarom heeft de cliënte – om de koper niet tot last te zijn – aangegeven de claim on hold te zetten. Hierop heeft de advocaat begin 2014 het dossier gesloten. Hierbij gaf de advocaat aan dat hij (indien gewenst) de zaak tegen de gemeente op een later moment weer zou kunnen voortzetten, waarop de cliënte antwoordde dat zij op een later moment bij de advocaat terug zou komen om de zaak weer op te pakken, hetgeen volgens haar geen probleem zou zijn aangezien door de advocaat tegen haar was gezegd dat de zaak was gestuit. Hierop werd door de advocaat bevestigend gereageerd. En zo geschiedde. Begin 2017 nam de cliënte weer contact op met de advocaat om de zaak te heropenen. De vordering bleek echter te zijn verjaard. De advocaat gaf aan het dossier te zullen uitpluizen om enig haakje te zoeken. De advocaat werd vervolgens door de cliënte (en daarna door diens nieuwe advocaat), verzocht de stuitingsbrieven naar haar toe te sturen. Begin 2018 reageerde de advocaat daarop als volgt. Hij meende dat op het moment dat hij (in 2014) de originele stukken terugstuurde, de opdracht aan hem was beëindigd en hem niet kon worden verweten dat de cliënte pas in 2017 bij hem terugkwam om de zaak voort te zetten. Volgens hem "is [het] onmogelijk om voor iedere cliënt, die jaren daarvóór, de opdracht heeft beëindigd de mogelijke verjaring te stuiten".

De Raad was het echter niet met de advocaat eens. Allereerst werd geoordeeld dat de advocaat een beroepsfout had gemaakt door de cliënte bij het sluiten van het dossier niet te wijzen op en te waarschuwen over de verjaring van de eventuele vordering op de gemeente, terwijl dat wel op zijn weg had gelegen. Ook werd geoordeeld dat de advocaat een beroepsfout had gemaakt door de vordering van de cliënte niet te stuiten. Daarnaast werd overwogen dat de advocaat tegenstrijdig had gecommuniceerd. In 2014 gaf hij namelijk aan dat hij "uiteraard" voor de cliënte zou blijven optreden als zij zich weer bij hem zou aandienen en in 2018 deed hij voorkomen alsof hij haar al sinds 2014 niet meer bijstond. Bovendien nam de Raad de advocaat kwalijk dat hij in plaats van zijn fout toe te geven, een beschuldigende vinger naar de cliënte had gewezen door te doen alsof het hem bevreemdde dat de cliënte weer bij hem aanklopte en het de cliënte haar schuld was dat de vordering was verjaard. Volgens de Raad heeft de advocaat aan de consequenties van zijn beroepsfout willen ontkomen en dat werd hem niet in dank afgenomen. De Raad legde gelet op het voorgaande de advocaat dan ook de maatregel van berisping op.

Kort en goed, termijnbewaking en agendabeheer moeten hand in hand gaan en vergeet daarbij niet de opdrachtgever te informeren over eventuele looptijden en risico's (van te laat handelen).

Dentons is the world's first polycentric global law firm. A top 20 firm on the Acritas 2015 Global Elite Brand Index, the Firm is committed to challenging the status quo in delivering consistent and uncompromising quality and value in new and inventive ways. Driven to provide clients a competitive edge, and connected to the communities where its clients want to do business, Dentons knows that understanding local cultures is crucial to successfully completing a deal, resolving a dispute or solving a business challenge. Now the world's largest law firm, Dentons' global team builds agile, tailored solutions to meet the local, national and global needs of private and public clients of any size in more than 125 locations serving 50-plus countries. www.dentons.com.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.