De Hoge Raad heeft geoordeeld dat bij de uitleg van splitsingsakten die in openbare registers zijn ingeschreven uitsluitend acht mag worden geslagen op gegevens die voor derden kenbaar zijn op basis van het openbaar register.

De Hoge Raad heeft zich op 1 november 2013 uitgelaten over de uitleg van splitsingsakten met betrekking tot registergoederen. Het was al vaste rechtspraak dat bij de uitleg van dergelijke akten een objectieve maatstaf geldt. Deze houdt in dat het aankomt op de partijbedoeling zoals die kan worden afgeleid uit de bewoordingen in de akte, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de hele inhoud van de akte.

In lijn met deze vaste rechtspraak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat men bij de uitleg van splitsingsakten met betrekking tot registergoederen uitsluitend gegevens mag betrekken die voor derden kenbaar zijn uit of aan de hand van de splitsingsstukken die in de openbare registers zijn ingeschreven. Het ging in dit geval om de vraag of bepaalde ruimten in een gebouw dat in appartementsrechten was gesplitst al dan niet gemeenschappelijk waren. Volgens de Hoge Raad had het hof bij de beantwoording van die vraag ten onrechte ook stukken betrokken die niet in de openbare registers waren ingeschreven, en waarnaar ook niet werd verwezen in de splitsingsstukken. Het hof had daarnaast geoordeeld dat in beginsel beslissende betekenis moet worden toegekend aan de splitsingstekening als de akte van splitsing en de splitsingstekening met elkaar in tegenstrijd zijn. Ook met dit oordeel is de Hoge Raad het niet eens. De rechter zal aan de hand van de aanwijzingen die kunnen worden ontleend aan de splitsingsstukken en gelet op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de onderscheiden interpretaties zouden leiden, moeten bepalen of doorslaggevend gewicht toekomt aan de akte van splitsing of aan de splitsingstekening. Tot die aanwijzingen behoren onder meer de mate van gedetailleerdheid waarin de desbetreffende gedeelten zijn omschreven in de tekst van de akte en verder wat overigens uit de splitsingsstukken valt af te leiden over de bedoeling van degene die tot splitsing is overgegaan.

De Hoge Raad schept in deze uitspraak duidelijkheid over de vraag welke omstandigheden bij een objectieve uitleg in aanmerking mogen worden genomen. Gelet op eerdere rechtspraak is de uitspraak niet verrassend, maar hij biedt de praktijk niettemin weer wat meer houvast over de wijze waarop in openbare registers ingeschreven splitsingsakten moeten worden uitgelegd.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.