Het Wetsvoorstel open overheid (Woo) is aangenomen door de Tweede Kamer. Het is de bedoeling dat deze wet de huidige 'Wet openbaarheid van bestuur' (Wob) gaat vervangen. Een voor de praktijk belangrijke wijziging die wordt voorgesteld is dat de reikwijdte van het openbaarheidsregime ingrijpend wordt uitgebreid. Onder de Woo kunnen privaatrechtelijke rechtspersonen worden aangewezen, bijvoorbeeld als deze een publieke taak behartigen of publieke aandeelhouders hebben. Als het bedrijfsleven zich tegen deze ontwikkeling wil verzetten, is het nu het moment om dat te doen. 

Een potentieel verstrekkende wijziging is dat bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen worden aangewezen, waardoor die ook onder het openbaarheidsregime komen te vallen. Een dergelijke aanwijzing is mogelijk als ze:

  • voor meer dan EUR 100.000 per jaar uit algemene middelen worden bekostigd;
  • een wettelijke taak uitoefenen;
  • een publiek belang behartigen;
  • zijn aangemerkt als een publieke entiteit in de Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten;
  • voor meer dan 50% een publiekrechtelijke rechtspersoon als aandeelhouder hebben, of
  • zijn opgericht door een op grond van publiekrecht ingestelde rechtspersoon of een of meer leden van het hoogste orgaan van de rechtspersoon worden benoemd door een bestuursorgaan of waarbij een bestuursorgaan op andere wijze overwegende invloed op het beleid van de rechtspersoon heeft.

Hierdoor kunnen privaatrechtelijke rechtspersonen die nu niet onder de Wob vallen, zoals netbeheerders of staatsdeelnemingen, tot openbaarheid van bepaalde gegevens worden verplicht als ze worden opgenomen in de AMvB. Dit is een belangrijke wijziging ten opzichte van het huidige systeem waarin alleen publiekrechtelijke organen of private rechtspersonen (voor zover) die openbaar gezag uitoefenen informatie openbaar moeten maken. Voor welke privaatrechtelijke rechtspersonen dit gaat gelden is nog onduidelijk: dit hangt af van de AMvB die (in de huidige plannen) pas komt nadat het wetsvoorstel is aangenomen, Die onduidelijkheid maakt het ook lastig om nu precies te beoordelen wat daadwerkelijk de impact zal zijn.

De openbaarmakingsplicht van privaatrechtelijke rechtspersonen is overigens in beginsel wel beperkt tot de besteding van de bekostiging, de uitvoering van de taak of de totstandkoming van besluitvorming. Om de administratieve lasten voor deze privaatrechtelijke rechtspersonen te beperken, voorziet het wetsvoorstel in aanwijzing bij AMvB van een bestuursorgaan dat is belast met de afhandeling van de verzoeken tot openbaarheid. Zo nodig kan dit bestuursorgaan bij de privaatrechtelijke rechtspersonen informatie vorderen die voor de openbaarmaking nodig is.

Opvallend is verder dat geen overgangsrecht lijkt te zijn opgenomen. Hierdoor is onduidelijk of ook informatie kan worden opgevraagd over de periode van vóór de aanwijzing van de betrokken private rechtspersoon. Die terugwerkende kracht is nu niet uitgesloten.

Als het bedrijfsleven zich wil verzetten tegen de Woo – en in het bijzonder de uitbreiding van de reikwijdte en het ontbreken van overgangsrecht – dan is het nu het moment om dat te doen. Hoewel de daadwerkelijke aanwijzing van rechtspersonen misschien pas later volgt, is het de Woo – die nu bij de Eerste Kamer ligt – die de aanwijzing mogelijk maakt. Hoe dan ook ligt het voor de hand om er bij de Eerste Kamer op aan te dringen pas over het wetsvoorstel te stemmen als duidelijk is welke rechtspersonen aangewezen zouden worden, zodat een concrete afweging kan worden gemaakt.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.